© Ad de Leeuw, 2018
InleidingIn de wijk Het Zand gelegen herenhuis met achtererf. Het betreft een tussenwoning, gebouwd in 1904 (naar een ontwerp uit 1903) in Art Nouveau stijl. Opdrachtgever was C. Paashuis, timmerman, metselaar en patroon van de aan de achterzijde grenzende voormalige timmerwinkel (entree gelegen aan de Mayweg). Dit pand valt buiten de bescherming. De wijk Het Zand is vanaf circa 1890 aangelegd in een gebied tussen de oude binnenstad en het spoor en ontleent zijn naam aan de noodzakelijke ophoging van het terrein dat voor militaire inundaties was afgegraven. De woningen werden gerealiseerd door particulier initiatief en voornamelijk betrokken door welgestelde Bosschenaren. Vanaf de Stationsweg, de primaire hoofdas van Het Zand, neemt de rijkdom in ornamentiek van de bebouwing in noordelijke en zuidelijke richting af, hetgeen correspondeert met de oorspronkelijke grondprijzen en de sociale status van de voormalige eigenaren en bewoners.In 1926 heeft architect P. C. Appel bij een splitsing van het huis in een boven- en benedenwoning het ingangsportaal en achterliggende vestibule met hal enigszins gewijzigd. De originele dubbele deur is daarbij naar voren geplaatst. In later tijd is de achtergevel op onderdelen gewijzigd en versoberd. De interieurs zijn grotendeels gemoderniseerd. OmschrijvingHet gedeeltelijk onderkelderde bakstenen pand beslaat een nagenoeg rechthoekige plattegrond en telt aan de Oranje Nassaulaan twee bouwlagen en een kapverdieping onder een door zinkplaten gedekt afgeplat voorschild. Aan de Mayweg telt het woonhuis drie bouwlagen onder een plat dak met een aangrenzende, sterk gewijzigde L-vormige uitbouw onder plat.Dakschild aan de Oranje Nassaulaan afgezet met noklijst en voorzien van dakkapel onder overstekend dak met zinken naaldspits. De asymmetrische voorgevel van het met knipvoegen in kruisverband gemetselde pand is twee traveeën breed. Risalerende rechtertravee bestaande uit entree op de begane grond met (herplaatste) dubbele deur waarboven balkon met smeedijzeren balustrade en hardstenen vloerplaat op de verdieping en bekroning met tuitgevel voorzien van sierlijke afdeklaag met natuurstenen ornament in de top. Linkertravee met vensters op begane grond en verdieping, bekroond met sierlijk gehouwen balustrade. Linkerbaluster vermeldt jaartal 1904. Plint onderlangs de gevel deels voorzien van mogelijk later toegevoegde, gerusticeerde bossage. Gevelopeningen onder rondboog, segmentboog en gedrukte hoefijzerachtige boog, rondom bepleisterd met tandlijsten en klimmende lijsten, voorzien van florale ornamenten. Sierlijk afgebiljoende vensterkozijnen waarin diverse (versoberde) ramen met deels originele glas-in-lood bovenlichten en in stijl gehouwen hardstenen dorpels. Gepleisterde, versoberde achtergevel van twee traveeën breed met eenvoudige, rechtgesloten vensters. Van de gemoderniseerde interieurs zijn onder meer van belang: terrazzovloeren, bovenlichten met floraal geëtst glas en schuifdeuren met glas-in-loodvensters. WaarderingHet herenhuis is van algemeen belang. Het object bezit cultuurhistorische waarden als voorbeeld van een fabrikantenwoning. Daarnaast omdat het object als onderdeel van de eerste stadsuitbreiding buiten de wallen een belangrijke fase vertegenwoordigt in de stedenbouwkundige ontwikkeling van Den Bosch. Het object heeft architectuurhistorische waarden vanwege het belang van deze variant van de Art Nouveau-bouwstijl voor de architectuurgeschiedenis. Verder vanwege de verzorgde en verfijnde ornamentiek en detaillering van met name de voorgevel. Het object heeft ensemblewaarden als onderdeel van de historische blokverkaveling langs een van de hoofdwegen van de wijk Het Zand. Er bestaat een stilistische en architectonische relatie met belendende bebouwing. Het object is van belang wegens de gaafheid van de hoofdvorm en draagt bij tot de visuele en structurele gaafheid van de wijk Het Zand. |
1908 | H. van Gemert en Zonen (billardfabrikanten nabij het station) - L.J. van Maaren |
1910 | fa. v.d. Wielen de Bruijn en Grever (stoomlederfabr. en leder import) |
1928 | fa. Wielen de Bruijn Grever |
1943 | L.C. van Agt (opz. veeartsenijk. dienst) - P.M.E. van Agt (kantoorbediende) |
1910 | H. de Bruijn (lederfab. en lederimport.) |
1923 | Johann H. Grever (lederhandelaar) |
1928 | J.H. Grever |
1943 | C.J. Kole (referendaris P.T.T.) |